Deut. 18:
15 Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren.
16 Juist zoals gij van de Here, uw God, gevraagd hebt op Horeb, op de dag der samenkomst, toen gij zeidet: Ik wil niet langer de stem van de Here, mijn God, horen en dit grote vuur niet langer zien, opdat ik niet sterve.
17 Toen zeide de Here tot mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben;
18 Een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied.
In deze woorden zien we een belangrijke getuigenis van Mozes.
Mozes vertelde het volk van Israel dat God een profeet, zoals hem, zou verwekken, “naar hem zult gij luisteren”.
En gekoppeld daaraan stelde de Here, “Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied.”
Dit zijn duidelijke woorden!
En opnieuw, we moeten duidelijk begrijpen dat Mozes deze woorden sprak aan het volk van Israel. Puur en louter alleen aan de Israelieten.
Psalm 147:
19 Hij heeft Jakob zijn woorden bekendgemaakt, Israel zijn inzettingen en zijn verordeningen.
20 Aldus heeft Hij aan geen enkel volk gedaan, en zijn verordeningen kennen zij niet. Halleluja.
Alleen het volk van Israel had Gods specieke Mozaitische inzettingen en verordeningen gekregen. Niemand anders!
(Rom. 9: 1- 5)
De getuigenis van de Emmausgangers.
Lukas 24:
13 En zie, twee van hen waren juist op die dag op weg naar een dorp, zestig stadien van Jeruzalem verwijderd, genaamd Emmaus,
14 en zij spraken met elkander over al wat voorgevallen was.
15 En het geschiedde, terwijl zij daarover spraken en van gedachten wisselden, dat Jezus zelf bij hen kwam en met hen medeging.
16 Maar hun ogen waren bevangen, zodat zij Hem niet herkenden.
17 Hij zeide tot hen: Wat zijn dit voor gesprekken, die gij al wandelende met elkander voert? En zij bleven met somber gelaat staan.
18 Een dan van hen, genaamd Kleopas, antwoordde en zeide tot Hem: Zijt Gij de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen geschied is?
19 En Hij zeide tot hen: Wat dan? Zij zeiden tot Hem: Hetgeen geschied is met Jezus de Nazarener, een man, die een profeet was, machtig in werk en woord voor God en het ganse volk,
20 en hoe Hem onze overpriesters en oversten overgegeven hebben om Hem ter dood te veroordelen en Hem gekruisigd hebben.
Ja, toen de mensen Jezus hadden gezien konden ze alleen maar getuigen dat Hij een profeet was. En dat niet alleen, Hij was machtig in werk, in woord voor God en voor het ganse volk.
Ja, het volk van Israel had door Jezus een mens gezien, die veel meer was dan een mens!
Hij was een profeet en machtig in werk en woord! (Johannes 3: 1- 2)
Hij was gekomen! De beloofde profeet, beloofd door Mozes en door God gezonden. Hij was gekomen en naar Hem moesten de Israelieten gaan luisteren.
Johannes 1:
45 Filippus nu was uit Betsaida, de stad van Andreas en Petrus.
46 Filippus vond Natanael en zeide tot hem: Wij hebben Hem gevonden, van wie Mozes in de wet geschreven heeft en de profeten, Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret.
47 En Natanael zeide tot hem: Kan uit Nazaret iets goeds komen? Filippus zeide tot hem: Kom en zie.
48 Jezus zag Natanael tot Zich komen en zeide van hem: Zie, waarlijk een Israeliet, in wie geen bedrog is!
Het is niet precies duidelijk naar welke woorden van Mozes Filippus refereert, maar duidelijk is wel dat Jezus herkent werd, door hen die Hem wilde herkennen.
Jezus werd gezien als de profeet waarover Mozes en de profeten hadden gesproken!
Dit laat zien dat er in het oude Testament een belofte was van een komende profeet!
En allen getuigden daarvan.
De getuigenis van Lukas.
Handl. 3:
17 En nu, broeders, ik weet, dat gij uit onkunde hebt gehandeld, gelijk ook uw oversten; 18 maar zo heeft God in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten tevoren geboodschapt had, dat zijn Christus moest lijden.
19 Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren,
20 en Hij de Christus, die voor u tevoren bestemd was, Jezus, zende;
21 Hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher.
22 Mozes toch heeft gezegd: De Here God zal u een profeet doen opstaan uit uw broeders, gelijk mij: naar hem zult gij horen in alles wat hij tot u spreken zal;
23 en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid.
24 En al de profeten, van Samuel af en vervolgens, zovelen er hebben gesproken hebben ook deze dagen aangekondigd.
25 Gij zijt de zonen van de profeten en van het verbond, dat God met uw vaderen gemaakt heeft, toen Hij tot Abraham zeide: En in uw nageslacht zullen alle stammen der aarde gezegend worden.
26 God heeft in de eerste plaats voor u zijn Knecht doen opstaan en Hem tot u gezonden, om u te zegenen, door een ieder uwer af te brengen van zijn boosheden.
De Here God zal u een profeet doen opstaan uit uw broeders, gelijk mij: naar hem zult gij horen in alles wat hij tot u spreken zal; en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid.
En zo zien
we dat Lukas totaal en volledig de woorden van Mozes bevestigd in de persoon van Christus.
Ja, een profeet zoals Mozes, zou komen! En Hij is gekomen in de persoon van Christus.
En wat zei Mozes over deze profeet? “Naar Hem zult gij horen in alles en wat hij tot u spreken zal” en Mozes voegt daar aan toe, “en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid.”
Ja, een ieder die niet naar Jezus zou horen en handelen, die zou uit het volk worden uitgeroeid.
Wat heeft Jezus gedaan in 70 na Christus? De verwoesting van Jeruzalem.
Jeruzalem werd met vuur verwoest. (Mattheus 3: 11; Mattheus 23: 29- 39; Mattheus 24: 1- 35; Handl. 6: 13, 14)
En daarnaast, uiteindelijk zullen alle Israeliten, en alle mensen, in het laatste oordeel komen.
En wie niet naar Jezus heeft geluisterd en naar Zijn woorden gehandeld heeft, zal uitgeroeid worden. (2 Tess. 1: 5- 10)
En al de profeten, van Samuel af en vervolgens, zovelen er hebben gesproken hebben ook deze dagen aangekondigd.
Ja, niet alleen Mozes, maar alle profeten vanaf Samuel hebben allemaal de dagen van Christus aangekondigd! De bedeling, deze dagen, het tweede verbond, AION, van Christus.
De laatste AION. (Handl. 2: 17; Hebreeen 1: 2; Hebreeen 9: 26)
Gij zijt de zonen van de profeten en van het verbond, dat God met uw vaderen gemaakt heeft, toen Hij tot Abraham zeide: En in uw nageslacht zullen alle stammen der aarde gezegend worden.
Hier stelt Lukas duidelijk dat de Israelieten zonen zijn van 1) de profeten en 2) van het verbond en dat koppelt Lukas aan de belofte aan Abraham dat in zijn nageslacht alle stammen der aarde gezegend zouden worden.
Dat is de Christus.
God heeft in de eerste plaats voor u zijn Knecht doen opstaan en Hem tot u gezonden, om u te zegenen, door een ieder uwer af te brengen van zijn boosheden.
En zo heeft God zijn knecht, Jezus, doen opstaan en tot de Israelieten gezonden. Waarom?
Om hen te zegenen, door een ieder af te brengen van zijn boosheden.
Ja, de eerste negen hoofdstukken van Handelingen staan in het teken van de apostelen die eerst naar de Israelieten gingen. Later zouden ook de Heidenen tot hetzelfde lichaam gebracht worden. (Joh. 10: 16)
Een tweede getuigenis van Lukas.
Handl. 7:
35 Deze Mozes, die zij verloochend hadden door te zeggen: Wie heeft u tot overste en rechter aangesteld, heeft God als een overste en bevrijder gezonden, met de macht van de engel, die hem verschenen was in de braamstruik.
36 Deze heeft hen uitgeleid onder het verrichten van wonderen en tekenen in het land Egypte, in de Rode zee en in de woestijn, veertig jaren lang.
37 Dit is die Mozes, die tot de kinderen Israels gezegd heeft: Een profeet gelijk mij zal God u uit uw broeders doen opstaan.
In deze tweede getuigenis van Lukas, door Stefanus, zien we dat Lukas opnieuw de persoon van Christus bevestigd als de profeet die aangekondigd is door Mozes.
Conclusie:
Alle beloften die gegeven zijn aan de aardsvaders, aan de Israelieten, aan alle mensen zijn Christus-centrisch. Alle beloften worden gevonden in Christus. Nergens anders!
Dat is waarom het nieuwe Testament Christocentrisch is, de vervulling van alle beloften.
Als we dit koppelen aan ons grotere thema, Gods verbond Israel, dan zien we dat het eerste verbond een belofte maakt die Christus-centrisch is. Niemand heeft iets nodig buiten deze Christus-centrische belofte.
De Israelieten hebben een nieuw verbond gekregen, Jer. 31: 31- 34; Hebr. 8: 8- 13, en daarin ligt de verlossing van alle Israelieten. En dit nieuwe verbond is Christus-centrisch.
Meer is niet nodig!